Emma Degroote over haar doctoraat: "To be and to behave. Selective labeling of students’ behaviors and student turnover."

(30-05-2022) Op 18 mei verdedigde onderzoekster Emma Degroote succesvol haar doctoraatsthesis.

Gedraag je gewoon. Selectief labelen van gedrag van leerlingen en uitstroom van leerlingen.

De uitkomstvariabele in mijn proefschrift is de ongekwalificeerde uitstroom van leerlingen uit het secundair onderwijs. De term ‘ongekwalificeerde uitstroom’ weerspiegelt het veranderen van school en vroegtijdig schoolverlaten. Vooral het vroegtijdig verlaten brengt aanzienlijke individuele en maatschappelijke kosten met zich mee. In het schooljaar 2018-2019 verliet 12.1% van de Vlaamse leerlingen het secundair onderwijs zonder diploma.

Ik onderzoek hoe gedrag van leerlingen kan leiden tot het veranderen van school of vroegtijdig schoolverlaten. Gedrag dat geassocieerd is met uitstroom van leerlingen omvat gedragingen die ingaan tegen expliciete en impliciete gedragsnormen op school, zoals onbeleefd zijn tegen leerkrachten, schoolregels overtreden, te laat komen en opzettelijk de lessen verstoren. Ik ben in het bijzonder geïnteresseerd in de rol die schoolpersoneel speelt door het gedrag van leerlingen informeel te labelen. Volgens de labeling theorie is het gedrag van leerlingen enkel afwijkend als het door schoolpersoneel als zodanig bestempeld en beantwoord wordt. Onderzoek heeft aangetoond dat negatieve interacties met schoolpersoneel kunnen leiden tot een toename van het gedrag in kwestie en uitstroom van leerlingen.

De rol van schoolpersoneel in de associatie tussen gedrag van leerlingen en uitstroom van leerlingen wordt besproken aan de hand van twee labels. Ik onderzoek het labelen van gedrag van leerlingen als een uiting van ADHD en als gedrag waar een disciplinaire sanctie, een straf, op moet volgen. Voor beide labels heeft onderzoek aangetoond dat leerkrachten gedrag van leerlingen niet enkel labelen op basis van het gedrag zelf, maar dat demografische kenmerken van leerlingen, zoals geslacht, etniciteit/ras en leeftijd ook een rol spelen. Aan de basis van dit selectief labelen van gedrag door leerkrachten liggen volgens sommige wetenschappers verschillen in gedrag, maar andere wetenschappers wijzen op het belang van percepties van leerkrachten. In mijn proefschrift onderzoek ik de rol van percepties die voor alle leerlingen kunnen gelden, ongeacht demografische kenmerken.

Alle studies in mijn proefschrift zijn gebaseerd op steekproeven van Québec en Vlaamse basisscholen, waar gegevens verzameld werden voor een internationaal vergelijkend project gericht op het begrijpen van de rol van de schoolomgeving bij de identificatie van ADHD, en een steekproef van Gentse secundaire scholen die deelnamen aan de International Study of City Youth (ISCY).

Labelen van gedrag van leerlingen en uitstroom van leerlingen

Dit proefschrift toont aan dat de reacties van leerkrachten op het gedrag van leerlingen een impact hebben op de onderwijsloopbaan van leerlingen. Leerlingen die gestraft worden, hebben meer kans om vroegtijdig het secundair onderwijs te verlaten of van school te veranderen. Ze zijn zelfs meer geneigd om van school te veranderen wanneer ze minder vaak storend gedrag vertonen dan medeleerlingen. Leerlingen die van school veranderen, hebben op hun beurt een negatieve impact op het gedrag van leerlingen in de nieuwe school. Ook wanneer een leerkracht vermoedt dat het gedrag van een leerling aan ADHD toegeschreven kan worden, heeft dit gevolgen voor de leerkracht en de leerling in kwestie. De leerkracht past de verwachtingen over het gedrag van de leerling aan, informeert de ouders en voert concrete aanpassingen door in pedagogische aanpak.

Selectief labelen van gedrag van leerlingen

Dit proefschrift toont aan dat percepties een invloed hebben op de manier waarop leerkrachten het gedrag van leerlingen labelen en erop reageren. Leerkrachten constateren vaker ADHD-gerelateerd gedrag en vermoeden vaker ADHD bij jongens, jongere leerlingen, leerlingen die onder het gemiddelde presteren en leerlingen met een lagere socio-economische status. Wanneer leerkrachten ADHD-gerelateerd gedrag observeren bij leerlingen die zij als cognitief sterk percipiëren, zijn ze meer geneigd dit gedrag te verklaren met ADHD. Daarnaast geven leerkrachten aan niet altijd te weten of ADHD-gerelateerd gedrag aan ADHD kan toegeschreven worden of aan iets anders, zoals een problematische thuissituatie. De studies tonen ook aan dat het gedrag van leerlingen selectief wordt bestraft: ongeacht hoeveel storende gedragingen ze vertonen, jongens, leerlingen met een immigratieachtergrond en leerlingen in een beroepsopleiding worden vaker gestraft dan hun leeftijdsgenoten. Ook leerlingen met een negatievere houding tegenover het onderwijssysteem krijgen vaker straf voor storend gedrag.